Opeenvolgende kasteelheren

De opeenvolgende kasteelheren

Eeuwenoud, maar slechts tweemaal verkocht

Opmerkelijk is dat het kasteel slechts tweemaal onder de verkoophamer terecht kwam. De eerste keer gebeurde dit in 1663. Voordien waren de “founding fathers” de van Rotselaer’s en, toen deze familie uitstierf, bleef het bij aanverwanten : prins-bisschop Cornelis van Bergen en de machtige familie van Arenberg. Deze laatsten verkochten het kasteel en het dorp aan een familie “nieuwe rijken”, de familie Proost. Na enkele generaties was hun schatkist leeg en werd Vorselaar in 1716 gedwongen verkocht. Ditmaal was Antwerpse adel de koper namelijk Philippe-Louis de Pret. Via zijn dochter kwam de familie van de Werve aan het roer en vervolgens, in het begin van de twintigste eeuw, de aangetrouwde familie de Borrekens. Een hele kluif voor stamboomonderzoekers.

Bron: A. Van Olmen, Vorsselaer, geschiedkundige aantekeningen over het Dorp en zijne Heeren, Turnhout, Taxandria, 1929, I. , verder aangevuld door Roger Vermeulen.

De eerste die, in de ons bekende bronnen, de naam draagt van “heer van Vorselaar” is Arnolf van Rotselaer. Hij wordt in Brabantse oorkonden vermeld in het jaar 1274. De familie van Rotselaer heeft in de geschiedenis van het hertogdom Brabant een belangrijke rol gespeeld. Zij bezat erfelijk het ambt van dapifer of hofmeester in het hertogelijk paleis en was door dit feit een van de voornaamste adellijke families.

We geven hier een overzicht van de heren van Vorselaar, met hier en daar een bijzonderheid :

  1. Arnold van Rotselaer schonk Vorselaarse tienden aan de abdij van Vrouwenpark bij Rotselaar.
  2. Gerard I van Rotselaer nam deel aan de slag van Woeringen en werd op dit slagveld tot ridder geslagen. Hij was omstreeks 1280 gehuwd met Ide, dochter van Simon van Geldenaken. Hij stierf bij het beleg van Mechelen in 1303. Hij is de eerste die in de oorkonden “van Vorsselaer” wordt genoemd.
  3. Gerard II van Vorsselaer was (in zijn sterfjaar 1355) nog een van de ridders die het charter van de Blijde Inkomst van Kortenberg bezegelden. Hij was eerst gehuwd met Marina, dochter van Arnold van Herlaer, vervolgens met Maria van Hellebeke.
  4. Gerard III van Vorsselaer, zoon uit het tweede huwelijk van 3, was bekend in de Brabantse geschiedenis door zijn optreden te Leuven bij de volksopstand in 1360. Hij nam deel aan de slag bij Basweiler in 1371. Op 10 oktober 1370 kocht hij van Jan van Landewijck de heerlijkheden Kasterlee, Lichtaart en Retie ; de laatste twee plaatsen zullen ruim 500 jaar lang samen met Vorselaar worden vererfd en verhandeld. Hij was gehuwd met Maria van Bautersem, ook van Bergen genaamd. Ze hadden geen kinderen, daarom ging de heerlijkheid bij het overlijden van Gerard III in 1381 terug naar het stamhuis van de van Rotselaers in Leuven.
  5. Jan I van Vorsselaer (Jan II te Rotselaer) was de zoon van Jan I van Rotselaer en van Mathilda Estor en hij was de neef van 4. Hij was een eerste maal gehuwd met Jenny, dochter van Thierry de Haneffe, heer van Seraing en een tweede keer met Margaretha van Waver, weduwe van Jan van Aerschot, genaamd van Schoonhoven, dochter van Jan van Waver en van Catharina de Zwaef. Hij  was erfdrossaard van Brabant en voogd van Maastricht. Hij nam in 1371 deel aan de slag van Basweiler en vervulde verschillende belangrijke diplomatieke zendingen. Hij stierf rond 1406.
  6. Jan II van Vorsselaer (Jan III van Rotselaer), zoon uit het tweede huwelijk van 5, was gehuwd met Maria Van Diest : beiden staan afgebeeld op een genealogische rol die in het Algemeen Rijksarchief berust[i]. Hij stierf voor 1411.
  7. Jan III van Vorsselaer (Jan IV te Rotselaer) onderhield de riddertraditie van de familie, werd in 1415 te Azincourt gevangen genomen en was, als gezant van de hertog, in Frankrijk tijdens de veldtocht van Jeanne d’Arc. Hierover schreef hij vanuit Lyon op 22 april 1429 een zeer belangrijke brief. Hij was ook aanwezig bij de stichting van de Leuvense universiteit in 1425. Hij was gehuwd met Johanna van Berlaimont, genaamd van Ville : beiden staan afgebeeld op de genealogische rol, vermeld onder 6 . Hij huwde in 1445 een tweede maal met Isabella van Horne, vrouwe van Parwijs, Duffel en Geel. Ook zij staan apart op de genealogische rol. Hij stierf in 1450-51.
  8. Johanna van Vorsselaer, dochter van de vorige heer en Johanna van Berlaimont, huwt met Simon, graaf van Salm. Zij staan eveneens afgebeeld op de genealogische rol, aangegeven onder 6.
  9. Jacob, graaf van Salm : huwde met Isabella de Glimes, dochter van de heer van Bierbais. Hij stierf zonder kinderen omstreeks 1467.
  10. Jan IV van Vorsselaer was de zoon uit het tweede huwelijk van Jan III van Vorsselaer met Isabella van Horne. Hij huwde met Clementina van Bouchout op 5 juni 1482. Ook zij staan afgebeeld op de aangegeven genealogische rol. Deze heer verbleef te Vorselaar en werd er ook begraven, na zijn overlijden op 08.03.1495. Hun grafsteen bevindt zich achteraan in de parochiekerk.
  11. Hendrik van Vorsselaer, zoon van 10, stierf in Parijs in 1500 en liet zijn erfenis na aan zijn zuster Isabella.
  12. Isabella van Rotselaer, dochter van 10, huwde eerst Michel de Croy, heer van Chièvres en Sempy, en nadien in 1520 Thomas Schotelmans. Isabella van Rotselaer en haar eerste echtgenoot staan afgebeeld op de genealogische rol, aangegeven onder nummer 6. Zij stierf in 1529 en zij was de laatste afstammelinge uit het oude adellijke geslacht van Rotselaer. Isabella had bij testament Vorselaar en afhankelijkheden overgemaakt aan haar neef onder 13 te Walem op 28.02.1527 (o.s.) of 28.02.1528 (n.s.).
  13. Cornelis van Bergen was de zoon van Cornelis van Glimes en van Marie-Madeleine van Zevenbergen, en werd waarschijnlijk geboren te Bergen-op-Zoom in 1500 of kort nadien. Hij werd in 1538 prins-bisschop van Luik en nam uit deze functie ontslag in 1544. Hij stierf rond 1560 na Vorselaar op 09.07.1555 te hebben overgemaakt aan de man van zijn zuster, Jan van Ligne[2].
  14. Jan van Ligne werd heer van Vorselaar in 1555. Hij trouwde met Margaretha van der Marck, erfdochter van Robbrecht van der Marck, graaf van Arenberg. Een van de voorwaarden van dit huwelijk was dat de kinderen de naam en het wapen van de Arenbergs zouden dragen. Door haar testament van 3 maart 1594 schonk zij Vorselaar aan haar oudste zoon: 15.Over de familie van Arenberg en Vorselaar, Retie en Lichtaart : R. VERMEULEN, Arenberg in de Lage Landen, een hoogadelijk huis in Vlaanderen & Nederland, Leuven, 2002, blz.152 – 156.
  15. Karel van Ligne en van Arenberg, zoon van 14, werd de stamvader van de prinsen van Arenberg. Hij trouwde met Anna de Croy, oudste zuster en erfgename van Karel de Croy, hertog van Aarschot en prins van Chimay. Hij werd door Philips II tot gouverneur van de Nederlanden benoemd. Hij stierf op 18 januari 1616 op het kasteel te Edingen, waar hij het klooster van de capucijnen bouwde.
    Bis Eugène van Arenberg, zesde zoon van 15, verkreeg Vorselaar uit de nalatenschap van zijn vader in 1618. Op 2 mei 1624, juist voor zijn intrede bij de kapucijnen, schonk hij de heerlijkheid aan zijn oudste broer 16.
  16. Philips van Arenberg, oudste zoon van 15, stierf te Madrid op 25 september 1640 en werd in het klooster van Edingen begraven. In zijn huwelijkscontract van 21 maart 1632 met zijn derde vrouw Marie-Cleophe van Hohenzollern-Sigmaringen, bepaalde Philips van Arenberg dat Vorselaar gegeven moest worden aan de zoon, die uit dit huwelijk geboren zou worden : 17.
  17. Karel Eugeen van Arenberg, zoon van 16, kreeg Vorselaar in 1644 en verkocht deze heerlijkheid met aanhankelijkheden op 29 december 1663 voor de som van 130000 florijnen aan 18.
  18. Jan Proost, in 1612 geboren in Gastel (Noord-Brabant) en huwde op 17.08.1638 Anna van Ghindertaelen in de Sint-Goedelekerk in Brussel. Hij werd lid van de Raad van Brabant en werd in 1668 voorgedragen om kanselier te worden. In 1659 werd hij tot ridder benoemd. Na het overlijden van zijn echtgenote huwde hij in 1675 voor de tweede maal met Françoise van Waver. Hij herbouwde het vervallen kasteel en verfraaide de omgeving met eikenplantages. Het is dit herstelde kasteel dat baron Le Roy in 1678 etste. Deze heer verbleef te Vorselaar en liet op het hoogkoor een marmeren grafmonument met Latijns opschrift maken. Hij stierf op 21 januari 1680 en werd in onze kerk voor het Sint-Jozefsaltaar begraven.
  19. Jan Proost II was de zoon van 18, in Brussel geboren op 2 augustus 1639. Hij verbleef eerst in Antwerpen, waar hij in 1671 huwde met Juliana Maria Noicetty en werd later schepen in Brussel, waar hij op 12 februari 1709 overleed. Hij voerde een langdurig proces met de gemeente over belastingen en tienden.
  20. Juliana Maria Noicetty, echtgenote van 19, werd in Antwerpen gedoopt op 12 januari 1652 en ze overleed in Brussel op 28 april 1728. Ze verhief de heerlijkheid na het overlijden van haar man in 1709 en verkocht ze op 7 december 1716 aan een zoon van de adellijke Antwerpse familie de Pret.
  21. Philippe Louis de Pret, geboren was schepen, griffier en burgemeester van de stad Antwerpen. Hij werd in 1716 heer van Vorselaar. Hij werd te Vorselaar opgevolgd door zijn enige dochter via zijn testament van 20 maart 1755.
  22. Maria Anna de Pret was op 5 februari 1713 in Antwerpen gedoopt en huwde op 4 augustus 1734, eveneens in Antwerpen, met Karel Philippe Henri Jan Baptist van de Werve, afstammeling van een van de oudste adellijke families van België, aan wie ze de heerlijkheid Vorselaar overdroeg op 7 november 1768. Ze stierf op 10 januari 1781 in Antwerpen.
  23. Karel Philippe Henri Jan Baptist van de Werve werd in Schilde geboren op 2 november 1706 en werd in 1768 lid van de Grote Raad van Brabant. Hij herbouwde het kasteel rond 1756 en liet ook de voorgebouwen op het voorhof bouwen, waarvoor hij een beroep deed op architect van Baurscheit. Hij liet ook de kaak (schandpaal) oprichten op het Vorselaars marktplein als symbool van zijn macht. Hij overleed op 30 november 1776 in Antwerpen. Over de familie van de Werve : SCHMITZ Y. & BOUSSE A., Les van de Werve, 800 ans d’histoire, Brussel, 1988.
  24. Karel Bernardus Johan Gislain, graaf van de Werve en graaf van Vorselaar, de oudste zoon van 23 werd geboren in Antwerpen op 17 mei 1740. Hij was lid van de Grote Raad van Brabant. Hij huwde eerst Hubertina de Gilman op 4 oktober 1763. Nadat deze gravin op 17 november 1787 overleed, trad hij op 6 mei 1788 in Antwerpen een tweede keer in het huwelijk met Regina della Faille (° 25.07.1759), stichteres van het klooster te Vorselaar. Karel Bernardus overleed in Antwerpen op 4 januari 1813. Over Karel Bernard van de Werve : H. COPPENS en K. DEGRYSE, Levenswijze en consumptiepatroon van een Antwerps adellijk gezin : de huishoudboeken van Charles Bernard van de Werve de Vorselaer (1764 – 1786) uit Een kompas met vele streken, Antwerpen, 1994, blz. 52 – 73.
  25. Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon Louis Paul Franciscus Maria Ursula. Deze sprong in de vererving werd als volgt veroorzaakt. Karel Bernard van de Werve en Hubertina de Gilman kregen op 28 augustus 1764 in Antwerpen een zoon : Augustinus. Deze huwde op 27 juli 1784 met Marie-Anne Jozefa van Colen. Beiden overleden echter in 1793 respectievelijk 1792. Op dat ogenblik was hun oudste zoon Karel Augustinus in principe de aangewezen opvolger, echter hij had een mentale beperking. Bijgevolg was zijn jongere broer Louis Paul de volgende om de titel te erven. Louis Paul van de Werve was op 21 oktober 1791 in Antwerpen geboren en huwde er met Jeanne Gillès op 20 februari 1812. Hij overleed in Vorselaar op 26 december 1850. Alle huidige van de Werves, zowel de tal van de Werve de Vorsselaer, als de van de Werve de Schilde en de van de Werve d’Immerseel stammen af van dit huishouden van de Werve – Gillès.
  26. Philippe Maria Joseph Herman van de Werve was de tweede zoon van 25 en was op 7 april 1819 in Antwerpen geboren. De oudste zoon was reeds in 1834 op 19-jarige leeftijd overleden. Op 13 mei 1840 huwde Philippe van de Werve met Léocadia-Marie Geelhand. Hij was burgemeester van Vorselaar en liet het kasteel herstellen en verfraaien. Hij overleed in het kasteel van Vorselaar op 25 oktober 1884.
  27. René Philippe August Maria Joseph, tweede zoon van 26, werd door het jong overlijden van zijn oudste broer de naamdrager van de tak van de Werve de Vorsselaer. Hij huwde op 25 mei 1875 in Antwerpen met Louise Anne Bosschaert. Hij was gemeenteraadslid van Vorselaar en was van 1888 tot 1908 senator. Hij overleed in Vorselaar op 23 februari 1911.
  28. De oudste dochter van 27, Maria Louisa Eulalia Josepha van de Werve was op 7 mei 1876 in Antwerpen geboren. Ze huwde op 5 september 1898 te Antwerpen met Eduardus Adrianus Ignatius Maria Joseph, baron de Borrekens.  Baron Eduard was eveneens in Antwerpen geboren op 1 januari 1874 werd heer van Vorselaar in 1911, na het overlijden van zijn schoonvader. Zelf overleed hij in Antwerpen in 1935. Zijn echtgenote overleed op 14 april 1958 in Vorselaar.
  29. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Raymond, geboren in Vorselaar op 12 oktober 1899 en overleden in Herentals op 6 oktober 1998. Hij was 24 jaar burgemeester van Vorselaar, in het spoor van zijn voorouders. Hij heeft, zo vermeldt ook zijn bidprentje “Vorselaar bestuurd en gemaakt tot wat het nu is, een goede en gezonde thuis voor jong en oud”.

[1] Algemeen Rijksarchief, archief van de familie de Merode-Westerloo, oud nummer G 21.

[2] Portret van Cornelis van Bergen, Bisschoppelijk Paleis Luik, 1538, hout, 51 x 31 cm, Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, nr. 167127B.